uitgestrektheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitgestrektheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·ge·strekt·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van uitgestrekt met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uitgestrektheid	uitgestrektheden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de uitgestrektheid v

1. grote oppervlakte, grote omvang

Vertalingen

    1.   

Spaans: extensión (es) v

Gangbaarheid

• Het woord uitgestrektheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.