veganisme

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  veganisme    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ve·ga·nis·me

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘streng vegetarisme’ voor het eerst aangetroffen in 1947
• afgeleid van vegaan met het achtervoegsel -isme

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	veganisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het veganisme o

1. een levenswijze, die ernaar streeft voor zover mogelijk en uitvoerbaar alle vormen van exploitatie en wreedheid ten opzichte van dieren in verband met voeding, kleding, of enig ander doel, uit te sluiten

   • Niet iedere dierenliefhebber is een aanhanger van het veganisme. 

Verwante begrippen

• dierenrechten
• flexanist
• veganist
• veganistisch
• vegetarisme

Vertalingen

    1.   

Duits: Veganismus (de) Engels: veganism (en)

Frans: véganisme (fr), végétalisme (fr) Spaans: veganismo (es)

Gangbaarheid

• Het woord veganisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veganisme" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.