vinkenier
Uiterlijk
- vin·ke·nier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vinkenier | vinkeniers |
verkleinwoord |
de vinkenier m
- (sport) houder van vinken die vinken liedjes leert zingen
- Vinkenzetting is een eeuwenoude traditie, die ook in Nederland voorkomt. Vinken werden als lokvogel gehouden om roofvogels te vangen. Al in de zestiende eeuw werden er zangwedstrijden gehouden. Vroeger werden ze blind gemaakt, zodat ze niet werden afgeleid. Tegenwoordig leren vinkeniers hun vogels vaak liedjes door muziek af te spelen. Het gezang moet eindigen op ’suskewiet’, ook wel vinkenslag genoemd. [2]
- Waar het over ging? Het Vlaamse parlement debatteerde deze week over de vooral in West-Vlaanderen razend populaire vinkensport: het kweken en op wedstrijden laten zingen van vinken. Op de publieke tribune zaten vele vinkeniers, die af en toe scherp gefluit lieten horen. Minister Dua van de groene partij Agalev wil het vangen van vinken geheel verbieden. De vinkeniers zijn tegen. Volgens hen blijft het vangen van een paar duizend vinken per jaar nodig om `bloedarmoede' bij louter eigen kweek te voorkomen. [3]
- Het woord vinkenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vinkenier" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 03 apr. 2018 Vlaanderen schrapt vinkenzangbelasting
- ↑ NRC 7 juli 2000 Vlamingen mogen vinken blijven vangen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be