voetbal

[1] Voetbal (balsport).

[2] Voetbal (bal).

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voetbal    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈvut.bɑɫ/

Woordafbreking

• voet·bal

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘leren bal voor de voetbalsport’ voor het eerst aangetroffen in 1648
• samenstelling van  voet  en  bal 

1	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voetbal	-
verkleinwoord	-	-

2	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voetbal	voetballen
verkleinwoord	voetballetje	voetballetjes

Zelfstandig naamwoord

voetbal

1. (sport) o een balsport waarbij twee teams van 11 spelers met hun voeten (of hoofd) een bal in het doel van de tegenstander proberen te krijgen

   • Vooral mannen houden erg van voetbal. 

2. (voetbal) m een bal die bij de bovengenoemde sport wordt gebruikt

   • De voetbal was alweer lek. 

Hyperoniemen

• bal, balspel

Verwante begrippen

• sport, voet

Hyponiemen

   

EK voetbal Koning Voetbal WK voetbal actievoetbal afbraakvoetbal amateurvoetbal antivoetbal beachvoetbal bedrijfsvoetbal bekervoetbal beroepsvoetbal betaald voetbal betonvoetbal blaasvoetbal blokjesvoetbal champagnevoetbal circulatievoetbal clubvoetbal combinatievoetbal competitievoetbal countervoetbal cupvoetbal damesvoetbal degradatievoetbal eredivisievoetbal flesjesvoetbal flipperkastvoetbal geeuwvoetbal gevechtsvoetbal indoorvoetbal interlandvoetbal intimidatievoetbal jeugdvoetbal kerstvoetbal kick-and-rushvoetbal kluitjesvoetbal minivoetbal moerasvoetbal momentenvoetbal motorvoetbal onetouchvoetbal paaltjesvoetbal paniekvoetbal pannavoetbal powervoetbal pressievoetbal profvoetbal pupillenvoetbal reactievoetbal reageervoetbal resultaatvoetbal robotvoetbal sambavoetbal schiettentvoetbal schoolvoetbal snelwegvoetbal spierballenvoetbal straatvoetbal strandvoetbal studiovoetbal tafelvoetbal terugspeelvoetbal topsectievoetbal topvoetbal totaalvoetbal vechtvoetbal veldvoetbal veteranenvoetbal vrouwenvoetbal wereldvoetbal werkvoetbal woonerfvoetbal zaalvoetbal zaterdagvoetbal zitvoetbal zomeravondvoetbal zondagvoetbal

Afgeleide begrippen

   

voetbalaanhanger voetbalacademie voetbalachtergrond voetbalachtig voetbalafdeling voetbalambtenaar voetbalanalist voetbalanalyticus voetbalautoriteit voetbalavond voetbalbedrijf voetbalbeker voetbalbestuurder voetbalblad voetbalblessure voetbalboek voetbalbolwerk voetbalbond voetbalbons voetbalbroek voetbalburgemeester voetbalcarrière voetbalcel voetbalclub voetbalcoach voetbalcommentator voetbalcompetitie voetbalcontract voetbalcultuur voetbaldag voetbaldeskundige voetbaldier voetbaldoel voetbalduel voetbaldwerg voetbalelftal voetbalenkel voetbalequipe voetbalevenement voetbalfamilie voetbalfan voetbalfanaat voetbalfederatie voetbalfeest voetbalfilm voetbalfinale voetbalgebied voetbalgeheelonthouder voetbalgek voetbalgekte voetbalgemeenschap voetbalgeschiedenis voetbalgeweld voetbalgoal voetbalgod voetbalgrap voetbalgrootmacht voetbalhart voetbalhater voetbalheld voetbalhistorie voetbalhof voetbalhoogmis voetbalhooligan voetbalhumor voetbalidool voetbalintellect voetbalintelligentie voetbalinterland voetbalinternaat voetbalinternational voetbaljaar voetbaljargon voetbaljournalist voetbaljungle voetbalkaart voetbalkalender voetbalkamp voetbalkampioen voetbalkampioenschap voetbalkantine voetbalkeeper voetbalkenner voetbalkennis voetbalklasse voetbalklassieker voetbalklimaat voetbalknie voetbalkooi voetbalkoorts voetbalkroeg voetbalkunst voetbalkwaliteit voetbalkwetsuur voetbalkwis voetballand voetballegende voetballeven voetballied voetballiefhebber voetballiefhebster voetballiga voetballogica voetballoopbaan voetbalmakelaar voetbalman voetbalmanager voetbalmarkt voetbalmatch voetbalmiddag voetbalmiljonair voetbalminnend voetbalmoeheid voetbalmolecule voetbalnaam voetbalnatie voetbalneus voetbalnieuws voetbalniveau voetbaloefenmeester voetbaloorlog voetbalorakel voetbalorganisatie voetbalpaleis voetbalparadijs voetbalpas voetbalpasje voetbalplaatje voetbalplein voetbalploeg voetbalpodium voetbalpool voetbalportal voetbalprof voetbalprofessor voetbalprogramma voetbalpronostiek voetbalpubliek voetbalquiz voetbalramp voetbalrecht voetbalrel voetbalrivaliteit voetbalsamenleving voetbalschandaal voetbalscheidsrechter voetbalschoen voetbalschool voetbalseizoen voetbalselectie voetbalsfeer voetbalshirt voetbalshow voetbalspel voetbalspeler voetbalsport voetbalstad voetbalstadion voetbalster voetbalsucces voetbalsupporter voetbaltaal voetbaltafel voetbaltalent voetbaltas voetbalteam voetbaltechnisch voetbaltempel voetbalterm voetbalterrein voetbaltheater voetbaltijdschrift voetbaltitel voetbaltoekomst voetbaltoernooi voetbaltoeter voetbaltolk voetbaltop voetbaltopper voetbaltornooi voetbaltoto voetbaltrainer voetbaltraining voetbaltrein voetbaltribune voetbaltrots voetbaltweet voetbaluitslag voetbalunie voetbalvader voetbalvandaal voetbalvandalisme voetbalvedette voetbalveld voetbalvereniging voetbalverleden voetbalverslag voetbalverslaggever voetbalverstand voetbalvijfje voetbalvisie voetbalvolgsysteem voetbalvolk voetbalvoorzitter voetbalvriend voetbalvrouw voetbalwedstrijd voetbalweekend voetbalweer voetbalwereld voetbalwet voetbalzaak voetbalzone

Vertalingen

    1. een balsport waarbij twee teams van 11 spelers met hun voeten (of hoofd) een bal in het doel van de tegenstander proberen te krijgen   

Ambonees Maleis: bola sepak (ms) Arabisch: كرة القدم (ar) v (kórat al-qádam) Bosnisch: fudbal (bs) m Bulgaars: футбол (bg) (futbol) Catalaans: futbol (ca) m Chinees: 足あし球だま (zh) (zú.qiú), 足あし球だま (zh) (zúqiú), 足あし球だま (zh) (zú qiú) Deens: fodbold (da) Duits: Fußball (de) m, Fussball (de) m (Zwitserland) Engels: football (en) (gb), soccer (en) (vs) Esperanto: futbalo (eo), piedpilko (eo) Estisch: jalgpall (et) Fins: jalkapallo (fi) Frans: football (fr) m, foot (fr) m, soccer (fr) (Canada) Grieks: ποδόσφαιρο (el) m (podósfero) Hebreeuws: כדורגל (he) m (kaduregel) Hongaars: labdarúgás (hu), foci (hu), futbal (hu) Iers: peil (ga) IJslands: fótbolti (is) Indonesisch: sepak bola (id) Interlingua: football (ia)

Italiaans: calcio (it) m Japans: サッカー (ja) (sakkā) Koreaans: 축구 (ko) (chukgu) Lets: futbols (lv) m Litouws: futbolas (lt) Maltees: futbol (mt) Papiaments: fútbòl Pools: piłka nożna (pl) v Portugees: futebol (pt) m Reto-Romaans: ballapé (rm) Russisch: футбол (ru) m (futból) Schots: fitbaw (sco) Servisch: Cyrillisch: фудбал (sr) m Westers: fudbal (sr) m Slowaaks: futbal (sk) m Spaans: fútbol (es) m, futbol (es) m (Mexico), balompié (es) m Surinaams: futubal Tsjechisch: fotbal (cs) m, kopaná (cs) v Turks: futbol (tr) Oeigoers: پۇتبول (uig) (putbol) Zweeds: fotboll (sv) g

Werkwoord

vervoeging van
voetballen

voetbal

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voetballen
   

   • Ik voetbal. 

2. gebiedende wijs van voetballen
   

   • Voetbal! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voetballen
   

   • Voetbal je? 

Gangbaarheid

• Het woord voetbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voetbal" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

voetbal

1. (sport) voetbal; een balsport waarbij twee teams van 11 spelers met hun voeten (of hoofd) een bal in het doel van de tegenstander proberen te krijgen
2. (sport) voetbal; een bal die bij de bovengenoemde sport wordt gebruikt

Synoniemen

1. voetbalsport
2. -

Verwante begrippen

• voetballen