wijsbegeerte
- wijs·be·geer·te
- In de betekenis van ‘wetenschap der begrippen in hun hoogste algemeenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1857 [1]
- samenstelling van wijs en begeerte , als leenvertaling van het Oudgriekse woord φιλοσοφία (philosophía; letterlijk: "het houden van wijsheid").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijsbegeerte | - |
verkleinwoord | - | - |
de wijsbegeerte v
- de oudste wetenschap, die de wereld en het menselijk bestaan tracht te doorgronden
- Faculteit der letteren en wijsbegeerte.
1. de oudste wetenschap
- Het woord wijsbegeerte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijsbegeerte" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "wijsbegeerte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be