filteren werkw. Uitspraak: [ 'fɪltərə(n) ] Afbreekpatroon: fil·te·ren Vervoegingen: filterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefilterd (volt.deelw.) 1) (een mengsel) door een filter laten gaan Voorbeelden: 'leidingwater filteren met een waterfilter om het zuiverder te maken' , 'koffie filteren in een koffiezetapparaat' ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/filteren
Het proces waarbij de ongewenste elementen als steeltjes of dode gist van de wijn worden gescheiden. Omstreden bij kwalitatief hoogwaardige wijnen, omdat de kleur eronder lijdt en waardevolle stoffen aan de wijn kunnen worden onttrokken. Men onderscheidt membraanfiltratie door middel van een dunne folie en laagfiltratie met behulp van kiezelgoer of... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10942