Een van de grootste raadsels rond de bouw van de piramides is hoe de Egyptenaren zware stenen vanuit de steengroeves naar de bouwplaatsen wisten te vervoeren. Met de vondst van de vroegere riviertakken, lijkt het zo goed als zeker dat ze de blokken met schepen vervoerden naar de bouwplaatsen van de piramides.

Wetenschappers van de University of North Carolina Wilmington deden onderzoek naar de bouw van de piramiden in het gebied. Het gaat om het gebied tussen de Egyptische steden Lisht en Giza.

"Tot nu toe was niemand zeker van de locatie, de vorm, de grootte of de nabijheid van deze megawaterweg", zegt een van de betrokken onderzoekers volgens BBC News. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature.

Toen de blokken eenmaal aankwamen bij de bouwplaats, stapelden de Egyptenaren ze naar alle waarschijnlijkheid op elkaar met behulp van eenvoudige katrollen en hefbomen. Ook werden er waarschijnlijk schuine verhogingen aangelegd, waar ze de stenen omhoogtilden.

Om de vertakking in kaart te brengen, gebruikten de wetenschappers onder meer satellietbeelden en oude kaarten. Ook voerden ze boringen uit.

Door het gebruik van radartechnologie kon het team de ondergrondse lagen in kaart brengen, waardoor ze de oude, verborgen rivier konden opsporen. Inmiddels ligt er een dikke laag zand en ook landbouwgrond overheen.

Suzanne Onstine schreef mee aan de publicatie. Tegen BBC News zegt ze dat het lokaliseren van de riviertak en het hebben van de gegevens waaruit blijkt dat er een waterweg was, helpt bij het verklaren van de bouw van piramiden in het gebied.

De Ahramat-vertakking van de rivier is vernoemd naar het Arabische woord voor piramide. Het water was zo'n 64 kilometer lang en tussen de 200 en 700 meter breed. De 31 piramiden die eraan liggen zijn tussen de 4.700 en 3.700 jaar geleden gebouwd.