(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Kabinetscrises - Parlement.com


Kabinetscrises

Een kabinet kan vanwege een intern conflict of door een conflict met Tweede Kamer of Eerste Kamer ten val komen. Bij interne conflicten kan worden gedacht aan een meningsverschil tussen ministers over een te nemen maatregel of over een wetsvoorstel dat in behandeling is.

Conflicten kunnen ontstaan door de verwerping van een belangrijk wetsvoorstel, door de aanneming van een door het kabinet afgewezen amendement of (dreigende) aanneming van een motie van afkeuring of van wantrouwen.

Het is in de parlementaire geschiedenis slechts drie keer voorgekomen dat er een kabinetscrisis ontstond door het stemgedrag van de Eerste Kamer. De Eerste Kamer stelt zich over het algemeen terughoudend op als het om politiekgevoelige kwesties gaat. Een crisis kan alleen ontstaan als de Eerste Kamer tegen een belangrijk wetsvoorstel stemt. In 1999 was dat het geval tijdens de 'Nacht van Wiegel'; er was toen geen conflict met de Tweede Kamermeerderheid.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Na een kabinetscrisis

Het uitbreken van een kabinetscrisis kan, afhankelijk van de oorzaak, verschillende gevolgen hebben. Enkele ministers (meestal van één partij) kunnen bijvoorbeeld ontslag nemen, ministers kunnen hun portefeuilles ter beschikking stellen, er kan een interim-kabinet komen of het zittende kabinet kan demissionair worden.

2.

Eigenstandig besluit

Soms besluit een kabinet zelf om op te stappen. Dat was in 2002 en 2021 het geval. Toen was er noch een conflict met de Kamer, noch een intern conflict, maar was een (extern) rapport reden voor aftreden. Bij het eerste kabinet-Balkenende besloten twee ministers zelf op te stappen, maar daarmee konden zij niet de val van het kabinet voorkomen. Er was strikt genomen geen conflict met de Kamer.

 

Titel conflict

Aanleiding conflict

Toeslagenaffaire

15 januari 2021

kabinet-Rutte III

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: Zijlstra, Ollongren, Rutte, koning Willem-Alexander, De Jonge, Schouten en Grapperhaus. Achterste rij v.l.n.r.: Slob, Kaag, Wiebes, Bijleveld, Van Engelshoven, Hoekstra, Van Nieuwenhuizen, Koolmees, Dekker en Bruins.
Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de tot dan langste formatie sinds 1945 tot stand. Zeven maanden na de verkiezingen van 15 maart 2017 stond er een opvolger van het kabinet-Rutte II op het bordes. Voor premier Mark Rutte was het de derde keer dat hij een kabinet leidt. Het kabinet bood op 15 januari 2021 ontslag aan, vanwege de harde conclusies van het parlementair onderzoek kinderopvangtoeslag. Hiermee werd het kabinet, en de leden hiervan, demissionair. Deze demissionaire periode zou 360 dagen duren, een record." data-bs-content-morelink="/id/vkidc8m3p1sz/kabinet_rutte_iii_2017_2022">Kabinet Rutte III

Het kabinet aanvaardde de politieke verantwoordelijkheid voor het falend overheidsbeleid bij de wijze waarop vermeende fraude met kinderopvangtoeslag was aangepakt, wat tot tot duizenden gedupeerde ouders had geleid.

LPF-crisis

16 okt 2002

Kabinet-Balkenende I

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r: De Hoop Scheffer, Remkes, Balkenende, koningin Beatrix, Bomhoff, Van der Hoeven en Donner. Achterste rij: De Geus, Heinsbroek, Kamp, Hoogervorst, Korthals, De Boer, Veerman en Nawijn.
Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhrpfxup/kabinet_balkenende_i_2002_2003">kabinet-Balkenende I

Nadat er wekenlang was geruzied door LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek, drongen de overige ministers aan op hun vertrek. Na hun ontslag zegden fractievoorzitters van VVD en CDA, Zalm en Verhagen alsnog het vertrouwen in het kabinet op.

Srebrenica

16 apr 2002

Kabinet Kok II op bordes Huis ten Bosch met koningin Beatrix

Lees meer Lees minder

Voortse rij v.l.n.r.: Korthals, Borst, Kok, koningin Beatrix, Jorritsma, Van Aartsen en Peper. Achterste rij v.l.n.r.: Herfkens, Apotheker, Pronk, Zalm, Hermans, De Grave, Netelenbos, De Vries en Van Boxtel.
Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvx4/kabinet_kok_ii_1998_2002">kabinet-Kok II

De ministers en staatssecretarissen boden hun ontslag aan naar aanleiding van het rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie over het bloedbad in Srebrenica. In het rapport werd vooral aandacht geschonken aan de rol van het Nederlandse VN-bataljon (Dutchbat), dat gefaald had de bevolking te beschermen.

3.

Interne conflict

Als in een kabinet geen overeenstemming kan worden bereikt over het aanpakken van een bepaald probleem, leidt dat tot de val van het kabinet. Dat was bijvoorbeeld zo in 1965 over de omroepkwestie, in 1977 over de grondpolitiek en in 2012 over het bezuinigingsbeleid. Uiteraard speelt op de achtergrond dan mee, dat fracties in de Tweede Kamer het niet eens zijn.

 

Titel conflict

Aanleiding conflict

de crisis rond migratie

5-7 juli 2023

Kabinet-Rutte IV

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: Bruins Slot, Schouten, Rutte, koning Willem-Alexander, Hoekstra, Yesilgoz en Dijkgraaf. Middelste rij v.n.r.: Schreinemacher, Van Gennip, Adriaansens, Ollogren, Harbers, Staghouwer en Kuipers. Achterste rij v.n.r.: Van der Wal, Wiersma, Weerwind, De Jonge, Jetten en Helder. (Kaag ontbrak).
Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de langste formatie sinds de Tweede Wereldoorlog tot stand. Negen maanden na de verkiezingen van 17 maart 2021 en bijna een jaar na de ontslagneming van het kabinet-Rutte III stond er een nieuw kabinet op het bordes. Premier Mark Rutte leidde voor de vierde keer een kabinet." data-bs-content-morelink="/id/vlombyx8gxvd/kabinet_rutte_iv_2022_2024">kabinet-Rutte IV

Er bestond onenigheid over maatregelen om de asielinstroom te beperken. Na lange onderhandelingen voerde de VVD de druk op door beperkingen voor gezinshereniging op tafel te leggen. Voor D66 en de Christenunie was deze eis onaanvaardbaar. Op 7 juli 2023 bood het kabinet ontslag aan.

de Catshuiscrisis

21 apr 2012

Kabinet-Rutte I - Voorst rij v.l.n.r.: Rosenthal, Rutte, koningin Beatrix, Verhagen en Opstelten. Achterste rij v.l.n.r.: Schippers, Schultz van Haegen, De Jager, Donner, Bijsterveldt, Hillen, Kamp en Leers.

Lees meer Lees minder

Voorst rij v.l.n.r.: Rosenthal, Rutte, koningin Beatrix, Verhagen en Opstelten. Achterste rij v.l.n.r.: Schippers, Schultz van Haegen, De Jager, Donner, Bijsterveldt, Hillen, Kamp en Leers.
Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize." data-bs-content-morelink="/id/vij7e8jky5lw/kabinet_rutte_i_2010_2012">kabinet-Rutte I

De besprekingen in het Catshuis over verdere bezuinigingen waren mislukt. Over de inhoudelijke redenen was niks bekend, omdat de vergaderingen in beslotenheid plaatsvonden.

de Uruzgan-crisis

20 feb 2010

Kabinet-Balkenende IV

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: Hirsch Ballin, Rouvoet, Balkenende, koningin Beatrix, Bos, Verhagen en Ter Horst. Achterste rij: Koenders, Donner, Van der Hoeven, Cramer, Plasterk, Van Middelkoop, Eurlings, Verburg, Klink en Vogelaar.
Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'." data-bs-content-morelink="/id/vhnnmt7mqgzh/kabinet_balkenende_iv_2007_2010">kabinet-Balkenende IV

Er bestond onenigheid over eventuele voortzetting van de Nederlandse militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. De PvdA was tegen verdere activiteiten na 2010. Toen de meerderheid van het kabinet echter anders besloot, kondigden de PvdA-ministers aan ontslag te nemen.

Paascrisis

22 mrt 2005

Kabinet-Balkenende II - Voorste rij v.l.n.r.: Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij v.l.n.r.: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij v.l.n.r.: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij v.l.n.r.: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij v.l.n.r.: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed." data-bs-content-morelink="/id/vhnnmt7jpazy/kabinet_balkenende_ii_2003_2006">kabinet-Balkenende II

Minister Thom de Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing trad af, toen het voorstel in tweede lezing tot het uit de Grondwet halen van de burgemeestersbenoeming geen twee derde meerheid kreeg in de Eerste Kamer. Nadat het regeerakkoord werd opengebroken, bereikten de regeringspartijen in overleg een 'Paasakkoord.' De Graaf werd opgevolgd door Alexander Pechtold. Hoewel het kabinet dus niet zijn ontslag aanbod, was er wel degelijk sprake van een crisis.

Financieel-economisch beleid

12 mei 1982

Kabinet-Van Agt II - Achterste rij v.l.n.r.: Van der Louw, De Ruiter, Van der Stee, De Koning, Van Dam, Van Dijk, Van Mierlo en Van Thijn. Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, koningin Beatrix, Den Uyl, Gardeniers en Van Kemenade.

Lees meer Lees minder

Achterste rij v.l.n.r.: Van der Louw, De Ruiter, Van der Stee, De Koning, Van Dam, Van Dijk, Van Mierlo en Van Thijn. Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, koningin Beatrix, Den Uyl, Gardeniers en Van Kemenade.
Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvw7/kabinet_van_agt_ii_1981_1982">kabinet-Van Agt II

De PvdA-ministers konden zich niet vinden in het financieel-economisch beleid, met name op het punt van de financiering van het werkgelegenheidsbeleid.

Grondpolitiek

22 mrt 1977

Kabinet-Den Uyl

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel. Gruijters, De Gaay Fortman, Den Uyl, koningin Juliana, Van Agt, Van Doorn, Vorrink en Van Kemenade, Achterste rij: Pronk, Boersma, Westerterp, Vredeling, Duisenberg, Vrouwer, Lubbers en Trip.
Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvw9/kabinet_den_uyl_1973_1977">kabinet-Den Uyl

CDA-minister van Justitie en lijsttrekker Van Agt wilde tegemoetkomen aan de amendementen die door de fracties van KVP en ARP waren ingediend op wetsvoorstellen inzake de grondpolitiek. Het kabinet kon het in diverse vergaderingen echter niet eens worden over die wijzigingen.

Uittreden DS70

20 jul 1972

Kabinet-Biesheuvel - Staand v.l.n.r.: De Brauw, Boertien, Stuijt, Engels, Van Veen, Van Agt, Rozendaal, Polanen, Langman, Middelburg (secretaris), mw. Van Benthem (secr.). Zittend v.l.n.r.: Boersma, Schmelzer, Geertsema, Nelissen, Biesheuvel, Udink, Drees, De Koster en Lardinois.

Lees meer Lees minder

Kabinet-Biesheuvel - Staand v.l.n.r.: De Brauw, Boertien, Stuijt, Engels, Van Veen, Van Agt, Rozendaal, Polanen, Langman, Middelburg (secretaris), mw. Van Benthem (secr.). Zittend v.l.n.r.: Boersma, Schmelzer, Geertsema, Nelissen, Biesheuvel, Udink, Drees, De Koster en Lardinois.
Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwa/kabinet_biesheuvel_i_en_ii_1971_1973">kabinet-Biesheuvel

De ministers van DS'70, Drees Jr. en De Brauw, traden af omdat ze het niet eens warden met het voorgestelde financieel-economische beleid.

Omroepcrisis

27 feb 1965

Staand v.l.n.r.: Bogaers, Andriessen, Van Aartsen, Bot, Witteveen, Toxopeus en Veldkamp. Zittend v.l.n.r.: Luns, Schouwenaar-Franssen, Biesheuvel, Marijnen, Scholten en De Jong.

Lees meer Lees minder

Kabinet-Marijnen - Staand v.l.n.r.: Bogaers, Andriessen, Van Aartsen, Bot, Witteveen, Toxopeus en Veldkamp. Zittend v.l.n.r.: Luns, Schouwenaar-Franssen, Biesheuvel, Marijnen, Scholten en De Jong.
Het centrumrechtse kabinet-Marijnen was als voortzetting van het kabinet-De Quay te beschouwen. De coalitie van KVP, ARP, CHU en VVD behield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1963 zijn meerderheid. Minister-president namens de KVP werd echter niet Jan de Quay, maar Victor Marijnen - in het vorige kabinet minister van Landbouw en Visserij." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwd/kabinet_marijnen_1963_1965">kabinet-Marijnen

De exacte redenen voor de val bleven uit, maar duidelijk was wel dat de ministers het niet eens konden worden over het omroepbeleid.

4.

Crises door een conflict met de Tweede Kamer

Diverse keren was een botsing met een Kamermeerderheid reden voor een crisis. Het bekendste voorbeeld is het kabinet-Cals, dat aftrad nadat een motie van regeringspartij KVP was aangenomen waarin om een andere financieel-economisch beleid werd gevraagd. De verwerping van een wetsvoorstel leidde in 1955 tot een kabinetscrisis. In 1958 was aanneming van een amendement oorzaak van de val van het

Kabinet-Drees IV - Staand v.l.n.r.: Hofstra, Witte, Staf, Mansholt, Algera, Suurhoff en Middelburg (secretaris). Zittend v.l.n.r.: Zijlstra, Klompe, Luns, Struycken, Drees, Samkalden en Cals.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Hofstra, Witte, Staf, Mansholt, Algera, Suurhoff en Middelburg (secretaris). Zittend v.l.n.r.: Zijlstra, Klompe, Luns, Struycken, Drees, Samkalden en Cals.
Het kabinet-Drees IV was een coalitie van PvdA, KVP, ARP en CHU. Na de verkiezingen van 1956 zetten de partijen uit het kabinet-Drees III hun samenwerking voort. Het was het laatste van de rooms-rode kabinetten. Premier was PvdA-leider Willem Drees. Het kabinet trad aan op 13 oktober 1956." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwg/kabinet_drees_iv_1956_1958">kabinet-Drees IV. In 1960, 1966 en 1989 lagen moties ten grondslag aan een conflict.

Overzicht

In onderstaand overzicht worden crises vermeld die zijn veroorzaakt door een conflict met de Tweede Kamer.

Titel conflict

Aanleiding conflict

de 'Ayaan-crisis'

30 jun 2006

Kabinet-Balkenende II - Voorste rij v.l.n.r.: Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij v.l.n.r.: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij v.l.n.r.: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij v.l.n.r.: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij v.l.n.r.: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed." data-bs-content-morelink="/id/vhnnmt7jpazy/kabinet_balkenende_ii_2003_2006">kabinet-Balkenende II

D66-ministers stapten op naar aanleiding van een affaire over het Nederlanderschap van VVD-Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali en de rol van minister Rita Verdonk daarbij.

Reiskostenforfait

3 mei 1989

Kabinet-Lubbers II - Voorste rij v.l.n.r.: De Koning, Smit-Kroes, Lubbers, koningin Beatrix, De korte, Van den Broek en Van Dijk. Achterste rij v.l.n.r.: Bukman, Nijpels, Deetman, Korthals Altes, Ruding, Braks, Brinkman en Van Eekelen.

Lees meer Lees minder

Voorste rij v.l.n.r.: De Koning, Smit-Kroes, Lubbers, koningin Beatrix, De korte, Van den Broek en Van Dijk. Achterste rij v.l.n.r.: Bukman, Nijpels, Deetman, Korthals Altes, Ruding, Braks, Brinkman en Van Eekelen.
Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers. De coalitiepartijen CDA en VVD hadden bij de verkiezingen van 1986 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvw4/kabinet_lubbers_ii_1986_1989">kabinet-Lubbers II

De VVD-fractie was het niet eens met het door het kabinet genomen besluit over afschaffing van het reiskostenforfait.

Nacht van Schmelzer

13-14 okt

Staand v.l.n.r.: Einaar, Den Uyl, Bot, Bogaers, Veldkamp, Diepenhorst, De Haseth, Suurhoff, Vrolijk en Middelburg (secretaris). Zitttend v.l.n.r.: Samkalden, Luns, Vondeling, Cals, Biesheuvel, Smallenbroek en De Jong.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Einaar, Den Uyl, Bot, Bogaers, Veldkamp, Diepenhorst, De Haseth, Suurhoff, Vrolijk en Middelburg (secretaris). Zitttend v.l.n.r.: Samkalden, Luns, Vondeling, Cals, Biesheuvel, Smallenbroek en De Jong.
Dit centrumlinkse kabinet van KVP, PvdA en ARP was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwc/kabinet_cals_1965_1966">kabinet-Cals

Een debat over de begroting voor 1967 eindigde met de aanneming van een door KVP-fractievoorzitter Schmelzer ingediende motie. Deze werd door het kabinet als motie van wantrouwen gezien en leidde tot zijn val.

Bouwcrisis

23 dec 1960

Kabinet-De Quay - Staand v.l.n.r.: Cals, De Pous, Van Aartsen, Van Rooy, Toxopeus, Zijlstra, Middelburg (secretaris),Visser en Marijnen. Zittend v.l.n.r.: Luns, Klompe, De Quay, Korthals en Beerman.

Lees meer Lees minder

Kabinet-De Quay - Staand v.l.n.r.: Cals, De Pous, Van Aartsen, Van Rooy, Toxopeus, Zijlstra, Middelburg (secretaris), Visser en Marijnen. Zittend v.l.n.r.: Luns, Klompe, De Quay, Korthals en Beerman.

Dit centrumrechtse kabinet van KVP, ARP, CHU en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1959 als opvolger van het kabinet-Beel II. Het was het eerste naoorlogse kabinet zonder de PvdA. Minister-president De Quay kwam van de KVP. Het kabinet trad op 19 mei 1959 aan." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwe/kabinet_de_quay_1959_1963">kabinet-De Quay

De Tweede Kamer had een motie-Van Eibergen aangenomen, waarin om de bouw van 5000 extra woningwetwoningen werd gevraagd. Minister Van Aartsen had aanneming van deze, door zijn partijgenoot ingediende motie ontraden. Hij verbond daar zijn politieke lot en daarmee het lot van het gehele kabinet aan.

Einde Rooms-Rood

11 dec 1958

Kabinet-Drees IV - Staand v.l.n.r.: Hofstra, Witte, Staf, Mansholt, Algera, Suurhoff en Middelburg (secretaris). Zittend v.l.n.r.: Zijlstra, Klompe, Luns, Struycken, Drees, Samkalden en Cals.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Hofstra, Witte, Staf, Mansholt, Algera, Suurhoff en Middelburg (secretaris). Zittend v.l.n.r.: Zijlstra, Klompe, Luns, Struycken, Drees, Samkalden en Cals.
Het kabinet-Drees IV was een coalitie van PvdA, KVP, ARP en CHU. Na de verkiezingen van 1956 zetten de partijen uit het kabinet-Drees III hun samenwerking voort. Het was het laatste van de rooms-rode kabinetten. Premier was PvdA-leider Willem Drees. Het kabinet trad aan op 13 oktober 1956." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwg/kabinet_drees_iv_1956_1958">kabinet-Drees IV

De Tweede Kamer nam een door de KVP'er Lucas ingediend amendement aan, waardoor enkele tijdelijke belastingverhogingen niet met twee, maar met slechts één jaar werden verlengd. Minister Hofstra van Financiën (PvdA) had het aannemen daarvan onaanvaardbaar verklaard.

Huurwetcrisis

17 mei 1955

Kabinet-Drees III - Staand v.l.n.r.: Witte, Suurhoff, Van de Kieft, Staf, Donker, Mansholt, Algera, Kernkamp, De Bruijn en Zijlstra. Zittend v.l.n.r.: Luns, Beyen, Beel, Drees, Middelburg (secretaris) en Cals.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Witte, Suurhoff, Van de Kieft, Staf, Donker, Mansholt, Algera, Kernkamp, De Bruijn en Zijlstra. Zittend v.l.n.r.: Luns, Beyen, Beel, Drees, Middelburg (secretaris) en Cals.
Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwh/kabinet_drees_iii_1952_1956">kabinet-Drees III

Het kabinet had de huurverhoging en belastingverlaging aan elkaar gekoppeld, waardoor de Kamer beide zaken moest accepteren of verwerpen. Uiteindelijk werd de ontwerp-Huurwet door de Tweede Kamer verworpen, maar veel Kamerleden voelden zich voor het blok gezet.

Nieuw-Guineacrisis

23 jan 1951

Kabinet-Drees/Van Schaik - Staand v.l.n.r.: Lieftinck, Wijers, In 't Veld, Joekes, Mansholt, Van den Brink, Van Maarseveen, Prinsen (secretaris), Gotzen en Dutilth (notulist), Zitten v.l.n.r.: Schokking, Stikker, Van Schaik, Drees, Rutten en Sassen.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Lieftinck, Wijers, In 't Veld, Joekes, Mansholt, Van den Brink, Van Maarseveen, Prinsen (secretaris), Gotzen en Dutilth (notulist), Zitten v.l.n.r.: Schokking, Stikker, Van Schaik, Drees, Rutten en Sassen.

Na de Tweede Kamerverkiezingen van 1948 kwam een coalitie van KVP, PvdA, CHU en VVD tot stand onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees. In het kabinet zaten naast de ministers uit de coalitiepartijen ook twee partijloze ministers. Er was geen formele binding van de fracties aan een regeringsprogramma, maar die hadden wel daarmee ingestemd. Het kabinet volgde vanaf 7 augustus 1948 het kabinet-Beel I op." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwj/kabinet_drees_i_1948_1951">kabinet-Drees/Van Schaik

De VVD-fractie had een motie van wantrouwen ingediend, die was gericht tegen het regeringsbeleid inzake Nieuw-Guinea. VVD-minister Stikker had bezwaar tegen de motie en diende zijn ontslag in.

5.

Crises door een conflict met de Eerste Kamer

Er zijn slechts drie kabinetscrises ontstaan naar aanleiding van het stemgedrag van de Eerste Kamer; vaak stemt de Eerste Kamer toch maar vóór een omstreden wetsvoorstel als het kabinet met aftreden dreigt.

De laatste keer dat een crisis ontstond nadat de Eerste Kamer een wetsvoorstel verwierp, was in 1999 na de 'Nacht van Wiegel'. Het betrof hier een bijzondere situatie, omdat het om de tweede lezing van een voorstel tot grondwetsherziening ging. Daarbij is de tegenstem van 26 van 75 Eerste Kamerleden voldoende om het voorstel te verwerpen. De crisis werd na enkele weken opgelost door een geslaagde lijmpoging.

In 1904 werd een crisis voorkomen, doordat het kabinet de Eerste Kamer ontbond en er na verkiezingen alsnog een meerderheid kwam voor het wetsvoorstel dat eerder verworpen was. Alleen in 1860 kwam er na de crisis een ander kabinet.

Overzicht

In onderstaand overzicht worden crises vermeld die zijn veroorzaakt door een conflict met de Eerste Kamer.

 

Titel conflict

Datum conflict

Betreffende kabinet

Aanleiding crisis

De nacht van Wiegel

18 mei 1999

Kabinet Kok II op bordes Huis ten Bosch met koningin Beatrix

Lees meer Lees minder

Voortse rij v.l.n.r.: Korthals, Borst, Kok, koningin Beatrix, Jorritsma, Van Aartsen en Peper. Achterste rij v.l.n.r.: Herfkens, Apotheker, Pronk, Zalm, Hermans, De Grave, Netelenbos, De Vries en Van Boxtel.
Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvx4/kabinet_kok_ii_1998_2002">kabinet-Kok II

Een wetsvoorstel tot invoering van de mogelijkheid voor een correctief referendum in de Eerste Kamer kreeg op één stem na, niet de vereiste tweederde meerderheid. De enige VVD-tegenstemmer die tegen stemde was Hans Wiegel. Daarop bood het kabinet zijn ontslag aan.

Oorlogsbegroting verworpen

9 februari 1907

Kabinet-De Meester - v.l.n.r.: Fock, Kraus, Van Raalte, Veegens, Rink, Cohen Stuart, De Meester, Van Tets van Goudriaan en Staal.

Lees meer Lees minder

v.l.n.r.: Fock, Kraus, Van Raalte, Veegens, Rink, Cohen Stuart, De Meester, Van Tets van Goudriaan en Staal.
Dit door Goeman Borgesius geformeerde liberale minderheidskabinet werd geleid door de Unie-liberaal De Meester. Hij was een vroegere vicepresident van de Raad voor Nederlandsch-Indië; na de Gouverneur-Generaal de hoogste gezagsdrager in Indië. Het kabinet bestond uit Unie-liberale en vrijzinnig-democratische ministers, alsmede twee partijlozen en beschikte in geen van beide Kamers over een meerderheid." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhrp8ws7/kabinet_de_meester_1905_1908">kabinet-De Meester

De Eerste Kamer heeft de begroting van oorlog voor 1907 verworpen. Met een nederlaag van 27 tegen 17 stemmen, diende het kabinet zijn ontslag in. Op 7 april 1907 kwam het kabinet terug op die ontslagaanvragen, na mislukte pogingen om een nieuw kabinet te vormen.

Verwerping Spoorwegnet

8 februari 1860

kabinet-Rochussen

De Eerste Kamer verwierp met 20 tegen 17 stemmen een wetsvoorstel inzake de aanleg en exploitatie van de Noorder- en Zuiderspoorweg na een debat van vier dagen.

6.

Crisis door nasleep Provinciale Statenverkiezingen vóór 1983

In het verleden zijn, (mede) als gevolg van de nasleep van Provinciale Statenverkiezingen, diverse kabinetten gevallen. Vooral sterk verlies van één of meer regeringspartijen deed de onrust soms toenemen. Verliezende partijen kregen dan vaak de behoefte om zich meer te profileren en dat leidde enkele keren tot spanningen.

Overzicht

In onderstaand overzicht worden crises vermeld die zijn veroorzaakt door de nasleep van de Provinciale Statenverkiezingen.

 

Datum verkiezingen

Betreffende kabinet

Aanleiding crises

24 maart 1982

Kabinet-Van Agt II - Achterste rij v.l.n.r.: Van der Louw, De Ruiter, Van der Stee, De Koning, Van Dam, Van Dijk, Van Mierlo en Van Thijn. Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, koningin Beatrix, Den Uyl, Gardeniers en Van Kemenade.

Lees meer Lees minder

Achterste rij v.l.n.r.: Van der Louw, De Ruiter, Van der Stee, De Koning, Van Dam, Van Dijk, Van Mierlo en Van Thijn. Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, koningin Beatrix, Den Uyl, Gardeniers en Van Kemenade.
Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvw7/kabinet_van_agt_ii_1981_1982">kabinet-Van Agt II

Het kabinet viel nadat PvdA flink had verloren bij de Statenverkiezingen van 1982. Het verliest verslechterde de verhouding tussen PvdA en CDA. Onenigheid over het financieel-economisch beleid leidde uiteindelijk tot een breuk.

23 maart 1966

Staand v.l.n.r.: Einaar, Den Uyl, Bot, Bogaers, Veldkamp, Diepenhorst, De Haseth, Suurhoff, Vrolijk en Middelburg (secretaris). Zitttend v.l.n.r.: Samkalden, Luns, Vondeling, Cals, Biesheuvel, Smallenbroek en De Jong.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Einaar, Den Uyl, Bot, Bogaers, Veldkamp, Diepenhorst, De Haseth, Suurhoff, Vrolijk en Middelburg (secretaris). Zitttend v.l.n.r.: Samkalden, Luns, Vondeling, Cals, Biesheuvel, Smallenbroek en De Jong.
Dit centrumlinkse kabinet van KVP, PvdA en ARP was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwc/kabinet_cals_1965_1966">kabinet-Cals

In 1966 hadden PvdA en KVP verloren bij de Statenverkiezingen. Binnen de PvdA ontstond daardoor een sterke opkomst van Nieuw Links die om een linksere koers vroeg. In de KVP ontstond daardoor bij een groot deel van de achterban onvrede over de samenwerking met de PvdA.

16 maart 1958

Kabinet-Drees IV - Staand v.l.n.r.: Hofstra, Witte, Staf, Mansholt, Algera, Suurhoff en Middelburg (secretaris). Zittend v.l.n.r.: Zijlstra, Klompe, Luns, Struycken, Drees, Samkalden en Cals.

Lees meer Lees minder

Staand v.l.n.r.: Hofstra, Witte, Staf, Mansholt, Algera, Suurhoff en Middelburg (secretaris). Zittend v.l.n.r.: Zijlstra, Klompe, Luns, Struycken, Drees, Samkalden en Cals.
Het kabinet-Drees IV was een coalitie van PvdA, KVP, ARP en CHU. Na de verkiezingen van 1956 zetten de partijen uit het kabinet-Drees III hun samenwerking voort. Het was het laatste van de rooms-rode kabinetten. Premier was PvdA-leider Willem Drees. Het kabinet trad aan op 13 oktober 1956." data-bs-content-morelink="/id/vh8lnhronvwg/kabinet_drees_iv_1956_1958">kabinet-Drees IV

De PvdA had een grote nederlaag geleden bij de Statenverkiezingen van 16 maart en de gemeenteraadsverkiezingen van juni 1958. De PvdA was zich na de nederlaag kritischer op gaan stellen tegenover de regeringspartners en wilde meer resultaten zien van de regeringsdeelname. Uiteindelijk leidde een klein geschil over een belastingverhoging in 1958 tot een breuk.

7.

Kabinetswisselingen zonder verkiezingen

Sinds 1972 is het gebruikelijk dat na een kabinetscrisis Tweede Kamerverkiezingen plaatsvinden. Die 'conventie' was een reactie op de tussentijdse kabinetswisseling in 1965 toen, zonder dat de kiezers zich hadden kunnen uitspreken, een centrumrechts kabinet werd opgevolgd door een centrumlinks kabinet. Vanwege de nadien ontstane 'conventie' dat kiezers eerst moesten oordelen, werden er na alle volgende crises (1977, 1982, 1989, 2003, 2006, 2010, 2012 en 2021) verkiezingen gehouden.


Meer over