clou
Uiterlijk
- clou
- van Frans clou, in de betekenis van ‘het wezenlijke, pointe’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clou | clous |
verkleinwoord | cloutje | cloutjes |
de clou m
- meest wezenlijke of belangrijke deel, waar het allemaal om gaat
- Een centraal meldpunt voor zorgverleners had hier een oplossing kunnen bieden. Inmiddels heeft het ziekenhuis afspraken met Veilig Thuis, dat is een advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en zorgverleners die bij patiënten thuis komen, zoals ambulancediensten en thuiszorg. Vrolijk: „De clou is vaak de verbinding leggen tussen de zorgverleners.” [4]
- kern van een grap of verhaal
- Hier prijsgeven dat Rachel geen prostituee maar een schoonmaakster was, voelt door de opzet van haar boek een beetje als de clou van een thriller onthullen. Maar die kennis is nodig om Murphy’s theorie te begrijpen over het motief van Van Goghs zelfverminking. [5]
- ▸ Een onbekende stem vertelde een eindeloos lange mop met een zeer matige clou, maar ik was allang blij afgeleid te worden.[6]
- Het woord clou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "clou" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ clou op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "clou" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Michiel Dekker 15 juni 2016
- ↑ NRC 12 juli 2016
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Ontwikkeld uit het Latijn clavus 'spijker', een nevenvorm van clavis 'sleutel' (> Frans clé 'sleutel').
clou m
- (techniek) spijker (une pièce métallique de forme allongée servant à fixer deux objets l'un à l’autre)
- (spreektaal) ouwe fiets of auto, rammelkast [1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Techniek in het Frans
- Spreektaal in het Frans