grasland

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  grasland    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gras·land

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gras  en  land 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grasland	graslanden
verkleinwoord	graslandje	graslandjes

Zelfstandig naamwoord

het grasland o

1. (landbouw) grond waarop overwegend gras groeit.

Verwante begrippen

• wei, weide

Vertalingen

    1.   

Duits: Grasland (de) o Engels: meadow (en)

Frans: prairie (fr) v Spaans: pradera (es) v

Gangbaarheid

• Het woord grasland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grasland" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.