sleepboot

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sleepboot    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sleep·boot

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sleep ww  en  boot 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sleepboot	sleepboten
verkleinwoord	sleepbootje	sleepbootjes

Zelfstandig naamwoord

de sleepboot v / m

1. (scheepvaart) een krachtige boot die andere vaartuigen versleept

Synoniemen

• sleper

Verwante begrippen

• motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, treiler, ijsbreker, tanker, woonschip, motorjacht, ferryboot, vleugelboot, cruiseschip, zeesleper

Vertalingen

    1. een krachtige boot die andere vaartuigen versleept   

Afrikaans: sleepboot (af) Albanees: rimorkiator (sq) Arabisch: زورق القطر (ar) Armeens: բուքսիրային նավ (hy) Bulgaars: влекач (bg) Catalaans: remolcador (ca) Chinees: 拖船 (zh) Deens: slæbebåd (da) Duits: Schlepper (de) m Engels: tugboat (en) Esperanto: trenšipo (eo) Estisch: puksiir (et) Fins: hinaaja (fi) Frans: remorqueur (fr) m Galicisch: revocador (ga) Grieks: ρυμουλκό πλοίο (el) Haïtisch Creool: remokè (hat) Hebreeuws: גוררת (he) Hongaars: vontatóhajó (hu) Indonesisch: kapal penarik (id) Italiaans: rimorchiatore (it) m IJslands: dráttarbátur (is) Japans: タグボート (ja) Jiddisch: טאַגבאָוט (yi)

Koreaans: 예인선 (ko) Kroatisch: tegljač (hr) Lets: velkonis (lv) Litouws: vilkikas (lt) Maltees: irmonk (mt) Macedonisch: реморкер (mk) Noors: bukserbåt (no) Oekraïens: буксир (uk) Pools: holownik (pl) Portugees: rebocador (pt) Roemeens: remorcher (ro) Russisch: буксир (ru) Schots-Gaelisch: bàta slaodaidh (gd) Servisch: реморкер (sr) Sloveens: ladijski vlačilec (sl) Slowaaks: remorkér (sk) Spaans: remolcador (es) m Swahili: tishari (sw) Thai: เรือโยง (th) Tsjechisch: remorkér (cs) Turks: römorkör (tr) Welsh: tynfad (cy) Wit-Russisch: буксир (be) Zweeds: bogserbåt (sv)

Gangbaarheid

• Het woord sleepboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleepboot" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.