steeneik

Nederlands

Een steeneik

Uitspraak

• Geluid:  steeneik    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstenɛik / (2 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /sten.ʔɛi̯k/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ste.nɛːk/
  • (Limburg): /ste.nɛi̯k/

Woordafbreking

• steen·eik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  steen  en  eik  . Zo genoemd vanwege zijn uitzonderlijk harde hout.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	steeneik	steeneiken
verkleinwoord	steeneikje	steeneikjes

Zelfstandig naamwoord

de steeneik m

1. (bloemplanten) Quercus ilex  een boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae ). Deze van nature in Zuid-Europa voorkomende, groenblijvende eik wordt veel aangeplant als sierboom en ter beschutting, vooral in kuststreken. De boom is bestand tegen de zilte zeewind en de luchtvervuiling in de stad. In Nederland en Vlaanderen is de boom matig winterhard. De boom kan dertig meter hoog worden, maar blijft meestal veel kleiner. In rotsachtige gebieden blijft de eik vaak struikvormig

Hyperoniemen

• eik, napjesdragersfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Verwante begrippen

• azijnhout

Vertalingen

    1. Quercus ilex; een boom uit de napjesdragersfamilie   

Aragonees: carrasca (an) v, lezinera (an) v Baskisch: arte (eu) Catalaans: alzina (ca) v Corsicaans: leccia (co) v, liccia (co) v Deens: steneg (da) g, sten-eg (da) g Duits: Steineiche (de) v Engels: holm oak (en), holly oak (en) Esperanto: anzino (eo), ilekskverko (eo), verda kverko (eo), ĉiamverda kverko (eo) Fins: rautatammi (fi) Frans: chêne vert (fr) m, yeuse (fr) v, chêne faux houx (fr) m Galicisch: aciñeira (gl) v Hongaars: magyaltölgy (hu) Italiaans: leccio (it) m, elce (it) m Kroatisch: hrast crnika (hr) m Latijn: ilex (la) v Lets: akmens ozols (lv) m

Middelhoogduits: eilboum (gmh) m Napolitaans: élece m, lecina v Noors: steineik (no) m Occitaans: euse (oc) v Oudgrieks: πぱいρろーῖνος v Pools: dąb ostrolistny (pl) m Portugees: azinheira (pt) v Quechua: insina (qu) Russisch: дуб каменный (ru) m Sardisch: elighe (sc) m, ìlixe (sc) m Sloveens: črničevje (sl) Spaans: encina (es) v, carrasca (es) v, chaparra (es) v, chaparro (es) m Tsjechisch: dub cesmínovitý (cs) m, dub cesmínový (cs) m Welsh: prinwydden (cy), derwen fythwyrdd (cy) Zweeds: stenek (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord steeneik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steeneik" herkend door:

79 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] steeneik op Wikidata