(Translated by https://www.hiragana.jp/)
uitschieten - WikiWoordenboek Naar inhoud springen

uitschieten

Uit WikiWoordenboek
  • uit·schie·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitschieten
schoot uit
uitgeschoten
klasse 2 volledig

uitschieten [1]

  1. onovergankelijk een onbedoelde plotselinge beweging maken
  2. (figuurlijk) onovergankelijk heftig uitvallen
  3. (scheepvaart) (van de wind) plotseling harder worden
  4. (plantkunde) uitlopen, spruiten
  5. (voetbal) overgankelijk (de bal) het veld intrappen
  6. overgankelijk door schieten wegnemen
  7. overgankelijk naar buiten gooien, vieren
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]