vloeddeur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vloeddeur    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvludør / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• vloed·deur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vloed zn  en  deur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vloeddeur	vloeddeuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vloeddeur v / m

1. (waterbeheer) sluisdeur die bij vloed het binnenstromen van water verhinderd, komt meestal voor als puntdeur in combinatie met een ebdeur

• 
  Waaierdeur bij Gouda, dit type kan als vloeddeur maar ook als ebdeur gebruikt worden
• 
  Puntdeuren van de Oude Merwedesluis in Gorinchem: links de ebdeur en rechts 2 vloeddeuren. De hoogste deur is voor keren van hoog water in de rivier, de laagste vloeddeur is voor de veiligheid

Antoniemen

• ebdeur

Verwante begrippen

• puntdeur

Vertalingen

    1. sluisdeur die bij vloed het binnenstromen van water verhinderd   

Engels: flood gate (en),

Gangbaarheid

• Het woord vloeddeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.